"Goedemorgen, u spreekt met meneer de Groot, ik wil mijn abonnement opzeggen," buldert hij in mijn oor.
Piepppp!
Onze poging om een gesprek met elkaar te voeren wil maar niet lukken. De hoorn houd ik op enkele centimeters van mijn oor. Op de achtergrond hoor ik zijn vrouw zwaar geïrriteerd zuchten. Opeens, zo stel ik me dan voor, rukt ze de hoorn uit zijn hand en zegt: ”Ja, hier mi mevrouw de Groot. Hij heurt niks wa, hij's doof!"
Aan mevrouw vraag ik: "Heeft u misschien pen en papier bij de hand? Dan kunt u ons adres noteren, want opzeggingen willen wij graag schriftelijk ontvangen."
"Momentje alstublieft.” Vervolgens hoor ik gestommel en gerommel. “Ja, daar ben ik weer heur, ik heb het bij de hand" zegt mevrouw.
Opeens schreeuwt ze tegen haar man, zonder de hoorn bij haar mond weg te houden: "Hier, skreef jij dan, ik ken toch nie praatte en skreven tegelijk."
Bij mij doemt het beeld op van een bibberige man op leeftijd. Gezeten aan een houten tafel, bedekt met een donkerrood tapijt. Op de tafel het eeuwige lauwe kopje koffie dat geschonken is uit de thermoskan, koffie die 's ochtends voor de dag gezet wordt, met een Mariakaakje erbij.
Het duurt even voordat we bij de postcode aankomen.
“6602 HL” zeg ik.
“6602 HL” herhaalt mevrouw.
Meneer roept: “6602 HN.”
"NEEEEJJJ 6602 HL" schreeuwt vrouwlief.
"Ja, dat zeg ik, 6602 HN."
De huiselijke spanning is voelbaar door de telefoon. Om te helpen zeg ik: "Het is HL, zoals Hendrik Leo." "Je moet er ook nog Hendrik Leo achter skreven."
"Wat zeg je?" roept meneer.
Heel even druk ik mijn hand voor de mond en duw de hoorn tegen me aan. Dan herpak ik me en leg vervolgens uit dat het beter is om het 'toch maar' achterwege te laten.
"Oh nee," buldert mevrouw weer "da hoef je er toch niet achter te skreven. Alleen HL."
"6602 HN" mompelt meneer al schrijvende.
Enfin, 15 minuten later leg ik de telefoonhoorn neer.
Het zou een godswonder zijn als die brief hier ooit aankomt.