Een blog uit 2007
Bij mijn thuiskomst vond ik een brief op de deurmat waarin melding werd gemaakt van het feit dat schilders de volgende dag mijn straat zouden aandoen om de deuren van een verse verflaag te voorzien. In dezelfde brief werd gevraagd of we de poort achter het huis open wilden laten zodat ze er gemakkelijk bij konden.
Twee dagen later had ik geen schilder gezien, noch mooie nieuwe geschilderde deuren. De poort deed ik weer op slot onder het motto: het zal wel! De volgende dag was ik vrij. Heerlijk uitslapen dat was mijn plan en verder wilde ik alleen maar dingen gaan doen waar ik zin in had.
Mijn droom werd wreed verstoord door een schril geluid. Het geluid penetreerde mijn slaperige brein voor de tweede maal. De deurbel snerpte. Ik baalde, draaide me om met het plan om weer verder te slapen. Dat lukte.
Wat later werd ik wakker en ik rekte me uit met veel poeha. Mijn kat schoot geschrokken overeind en verliet met een beledigde blik het bed. Zonder te kijken graaide ik naar de afstandsbediening op het kastje en knipte de televisie aan. Jan de Hoop van het RTL-nieuws bracht me op de hoogte van het laatste brute wereldnieuws. Ik bedacht me dat het geen goed idee was om het nieuws te kijken voordat ik koffiegedronken had.
Ontspannen hees ik me uit mijn schommelende waterbed en sjokte in mijn blootje naar beneden. Ik liep naar de achterdeur en gooide fanatiek mijn ochtendlied zingend het gordijn open. Welkom mooie nieuwe dag!
Op dat moment keek ik in de geschrokken ogen van een onbekende man. Hij zat geknield bij de achterdeur, hij was gekleed in een overall en hij had een kwast ter hand.
De schilder, de @#$% schilder!
Terwijl een normaal denkend mens waarschijnlijk gewoon de gordijnen weer had gesloten draaide ik me om en rende zo snel als ik kon naar de hal. Onderwijl denkend aan mijn niet charmante schommelende Rubens billen, alwaar hij een uitstekend uitzicht had.
Ik had het niet meer!
Hij waarschijnlijk ook niet.
In de hal begon ik op en neer te springen uit pure onmacht. Ik wist het gewoon niet meer, wat een flater. Deze out of bed look was toch echt té realistisch. Ik rende de trap op en begaf me naar de logeerkamer waar ik een schuin raam had, misschien kon ik vanaf daar de beste mans reactie heimelijk bekijken. Voorzichtig stak ik mijn hoofd voor het raam. Om recht in de ogen van zijn collega te kijken die achter in de poort stond te schuddebuiken van de lach. Zijn wijzende vinger staat op mijn netvlies gebrand.
De rest van de week durfde ik niet voor vijf uur thuis te komen.