Er was eens een hele arme jongen die woonde in een oud hutje, midden in een grote groentetuin.
Zijn naam was Bietje. Zijn vader en zijn moeder waren gestorven van de honger. Hij had alleen nog
zijn 2 trouwe honden Radicchio en Peultje. Bietje en Radicchio en Peultje hadden hele erge honger en
dat was vreemd omdat ze midden tussen de groenten woonden. Maar die groenten konden niet
meer opgegeten worden omdat ze versteend waren. Lang geleden had iemand uit het dorp heks
Pastinaak zo boos gemaakt dat zij uit woede een vloek had uitgesproken over alle groenten en deze
had omgetoverd in stenen groenten.
Het hele dorp leed honger maar niemand kon dit probleem oplossen.
Op een middag klopte er een pelgrim aan bij het hutje. Bietje liet hem binnen en de pelgrim vroeg of
hij iets te eten kon krijgen. Bietje had nog 1 korst brood die eigenlijk voor morgen bewaard moest
worden, maar hij gaf het brood toch aan de pelgrim. Terwijl de pelgrim bij het vuurtje zat te eten
vertelde hij dat hij Kardoen heette en vroeger in het bos vlakbij de groentetuin woonde. Zijn opa
had heks Pastinaak willen vangen en in de Maas willen gooien, maar de heks ontsnapte en was op
haar bezem het bos in gevlucht. Toen heeft Pastinaak alle groenten veranderd in steen.
Op zijn sterfbed heeft zijn opa tegen Kardoen verteld dat deze vloek niet door grote mensen
opgeheven kan worden maar alleen door kinderen. Deze kinderen moeten op blote voeten over het
bospad durven lopen. Heks Pastinaak heeft echter allemaal hindernissen op het bospad uitgestrooid,
zoals keien en drijfzand en modder en nog veel meer. En er leven ook nog allerlei vreemde
Halloweenspoken in het bos.
Heks Pastinaak woont ook in het bos en zij bewaakt de toverspreuk om alle groenten weer lekker en
biologisch te maken. Maar daarvoor moeten de kinderen eerst 3 moeilijke raadsels oplossen. Alleen
als alle hindernissen zijn overwonnen en als alle raadsels goed zijn opgelost, dan pas werkt de
toverspreuk.
Bietje had goed geluisterd naar de pelgrim en hij wil dolgraag dat de mensen uit het dorp geen
honger meer hoeven te lijden. Hij vraagt zich af of er hier dappere kinderen zijn die op blote voeten
over het enge bospad durven te lopen en niet bang zijn om heks Pastinaak de toverspreuk te
ontfutselen.
Diegenen die het lukt om de toverspreuk over de groentetuin te schreeuwen krijgt een beloning !
Nou vragen wij ons af: WIE DURFT BIETJE TE HELPEN ??