WijWijchen
11-06-2021 Ontmoeting met Nancy van Nuland
Om tien uur heb ik afgesproken met Nancy van Nuland.
Ik ken haar niet.
De afspraak is in het theater van het Mozaïek,
“De Thermen Berendonck Theaterzaal”.
In deze zaal zijn onlangs eindexamens afgenomen.
De beheerders zijn bezig de boel te ontmantelen.
Het is er rumoerig en druk.
Nancy en ik besluiten een andere plek te zoeken.
De kleedkamers van het theater.
Een ruimte, vol geplakt met foto’s en posters van artiesten, aankondigingen en toneelgezelschappen.
Nancy past precies in dit decor.
Het is haar leven.
Ik vraag of ik een foto van haar mag maken.
Ze stelt zich op, bewust van de fotograaf.
Ik maak een paar foto’s.
Plotseling zie ik dat ik ons samen fotografeer.
Ik zie mezelf in de spiegel naast Nancy.
Het is een magische theaterspiegel.
Haar leven wordt zichtbaar in het zilveren glas.
Voor ik het weet, zitten we samen in de betoverende wereld van het theater.
We belanden samen in Hernen, haar geboortedorp.
Het is een zondagmiddag.
Jaren geleden, Nancy is nog een lagere schoolkind.
Prachtig weer, in het dorp heerst een opgewonden stemming.
Tegen de achtergrond van het middeleeuwse kasteel is een optreden
van de toneelgroep ‘Trammelant’.
Een wagenspel.
Nancy aan de hand van haar vader.
Een wonderlijke wereld ontvouwt zich voor haar.
De dik aangezette karikaturen van de spelers.
De luide stemmen.
Ze wordt meegezogen in het verhaal.
De muziek, het gezang.
Er wordt op een wonderlijke manier door elkaar gezongen.
Middeleeuwse instrumenten.
Draailier en doffe trommels.
Een wondere fantastische wereld.
Ze weet het meteen.
Dit wil ik.
We zijn weer terug in de kleedkamer.
Ik zie de fonkeling in haar ogen.
Ze vertelt vol enthousiasme.
We werpen een blik in de spiegel,
opnieuw in een ander decor.
We zien een wereld, die voorbij is.
Grijze en bruine tinten overheersen.
Boerderijen met rieten daken.
Een oud winkelstraatje.
De negentiende eeuw, het platteland.
De huis nijverheid.
De eenvoud van het dagelijkse leven,
een plek waar Nancy graag is.
Het openlucht museum.
Een groot decor zonder spelers.
Haar fantasie wordt hier geprikkeld.
Ze bedenkt haar eigen verhaal.
We kijken in de spiegel.
We zijn weer in Hernen.
Elk jaar komen er Poolse kinderen in haar geboorteplaats op vakantie.
Druk is Nancy met organiseren.
Een fancy fair, de opbrengst is voor cadeautjes voor de Poolse kinderen.
Twee eigenschappen, die haar leven zullen bepalen.
Theater en organiseren.
Ik vraag aan Nancy over haar liefdesleven in haar puberteit.
Deze keer zien we in de spiegel Nancy, ze is volop aan het puberen
en niet de eerlijkste puber, zegt ze zelf lachend.
Hoewel ze soepele ouders had en haar moeder eerder teleurgesteld was dan boos,
zocht Nancy wel de grenzen op en gebruikte leugentjes om aan de eisen te voldoen.
Maar, nu zit ze boos op haar kamer.
De verkering is uit, na drie maanden een record voor Nancy.
Het zat eraan te komen, maar nu heeft hij het verdorie uitgemaakt.
Dat had ze zelf willen doen. Het heft in eigen handen, hè?
Weer in de kleedkamer.
Ik hoef weinig te vragen als Nancy vertelt over haar wereld, haar leven.
Ze gaat Culturele Maatschappelijke Vorming studeren.
Ze begeleidt jeugdgroepen in theater en dans,
stuurt jongeren aan op het toneel, motiveert en activeert.
Hoe ga je op het toneel staan? Wat wil je bereiken? Hoe kan je stralen?
Als jij een schemerlamp wil zijn, nou dan ben je toch een schemerlamp?
De voorstellingen waren voor volwassenen vaak niet te begrijpen,
maar kinderen snapten het feilloos.
Via ‘prettig gestoord’, een grote door haar zelf opgerichte vereniging, gaf ze les aan kinderen.
In Hernen, Wijchen en Bergharen als vrijwilliger.
Uiteindelijk komt ze via kunstencentrum ‘de Stroming’
in gesprek met het theater van het Mozaïek.
Een open sollicitatie: Hallo, dit ben ik en dit kan ik.
Hebben jullie iets voor mij? Kan ik iets voor jullie betekenen?
Opeens was er de functie van theater coördinator.
Denk je dat te kunnen? Was de vraag.
“Ja natuurlijk kan ik dat” was haar antwoord.
Kan een vogel vliegen?
Door haar bluf was ze opeens theater coördinator.
Nieuwsgierig is Nancy.
Ze stort zich vol overgave in de theaterwereld.
Zoals ze zelf zegt, en een voor mij duidelijk herkenbare stelling,
niet gehinderd door kennis van zaken.
Twintig jaar geleden.
Ook twintig jaar met haar partner.
Haar twee grote liefdes.
Allebei een succes formule.
En toen kwam Corona.
Opeens niets.
Geen voorstellingen.
Geen ontmoetingen met vrijwilligers.
Ze viel in een stilte.
Vol negatieve energie.
Haar leven moest gereset worden.
Geen optredens, maar wel heel druk met programmeren.
Steeds veranderende mogelijkheden.
Een nieuwe uitdaging.
Wat kan er wel?
Het theater werd een theater café.
Tafels op afstand.
Alles volgens de regels, maar na een paar voorstellingen,
kwam er een totale Lock down.
Ze gaat zich richten op een jongeren team.
Urban arts. Stedelijke kunst.
Hiphop, nieuwe kunstvormen, die leven onder de jeugd.
De sprankeling, het onbevangene.
Zoveel nieuwe vormen, installaties, dans, street performance.
Die hebben nog geen plek in de theaterwereld.
Inclusie diversiteit.
Niks of niemand uitsluiten.
Geloof, huidskleur, status, seksualiteit, afkomst.
Niets zou een rol moeten spelen.
Het zegt niks over de mens zelf.
Het komt mede door haar opvoeding.
Iedereen is goed en mag er zijn.
Hier stopt Nancy veel energie in.
Het witte bolwerk wat de theaterwereld heet.
Volgens haar moet het van binnen uit veranderen.
Luisteren naar jongeren, zien wat er speelt.
Je hoofd boven het maaiveld, open staan voor veranderingen.
Iets wat in Wijchen niet altijd gewenst was.
Een uurtje met Nancy.
Het kleedkamertje was te klein voor haar enthousiasme.
Theaterdier.
Vrijwilliger, haar hele leven.
Coördinator in hart en ziel.
Nooit in afgebakende kaders.
Hoewel ze zegt geen acteur te zijn, speelt ze haar rol met verve.
Een hoofdrol.