12-01-2021 Dansen
1996
Ik heb met mijn verjaardag, van mijn prinses, een salsa danscursus gekregen.
Vanavond is de eerste les.
Zij danst al jaren salsa.
Ik ga weleens mee, ik ben geen danser, tenminste niet met aangeleerde pasjes.
Ik dans wel, maar totaal ongecontroleerd en impulsief.
Sierlijk en ritmisch bewegen kent vele verschijningsvormen.
Ik ben van de generatie die niet op dansles ging.
De jaren zestig.
Dansen was een expressie van je gemoedstoestand.
Op de dansfeesten, waar ik kwam, zag je dat er met die uitingen van alles mis was.
Jongens en Penny de Jager imiterende hippie meisjes.
Maar nu, mijn eerste dansles.
“Gaan we samen?” vroeg ik.
Dat ging niet, volgens haar.
Zij was al ver gevorderd.
Ik moest beginnen met iemand van hetzelfde niveau.
Er zijn altijd meer vrouwen dan mannen, volgens mijn prinses.
Er is echt wel een partner voor je.
“Yes” ik droomde al van een mooie, soepele Caribische schoonheid.
Zoals altijd, is de realiteit anders.
Er waren alleen maar complete stelletjes.
Er was maar één vrouw alleen.
Ik had haar wel zien staan, maar dacht dat ze bij de bewaking hoorde.
Ze was twee meter hoog.
Een grote, overmaatse blondine.
Twee stevige benen.
Daarboven een aantal viezige rollen, die ze onafhankelijk van elkaar kon bewegen.
Een groot hoofd.
Ze was onzorgvuldig opgemaakt, het meeste zat ernaast.
Een enorme borstenpartij met een diep décolleté.
Toen ze voorover bukte om zich voor te stellen, zag ik niet alleen haar tepelhof,
maar een compleet volkstuinencomplex.
Ze was, denk ik, oogarts, want toen ze me ernaar zag kijken, vroeg ze:
“Kan je het zien?”
Mijn danspartner!!!
De eerste dans was de merengue, een tweekwarts maat.
“Als je kan lopen, kan je de merengue dansen” zei onze dansjuf.
Je maakt een soort loopbeweging.
Beurtelings buig je een been.
Maar, volkomen tegennatuurlijk, je gewicht moet rusten op het gebogen been.
Ik probeerde het en voelde me meteen een soort oorlogsinvalide.
Mijn danspartner was al een ding, maar de tweede confrontatie waren de spiegels.
Salsa is een Latin dansstijl, Cuba, Colombia en de Caribean.
Er waren veel Latino’s op de les.
Bij de evolutie is er in Nederland duidelijk iets mis gegaan.
Wij hebben geen scharnieren in de heupen.
Van voor naar achter, wippen zeg maar, dat kunnen we.
Maar van links naar rechts, of draaien, echt niet.
Die Midden- en Zuid-Amerikaanse types, die lichamen golven,
maken van salsa bewegingen een sensuele dans.
Ik zag mezelf in de spiegels.
Voor het eerst snapte ik het begrip hork.
En dan mijn danspartner, die zo uit ‘het land van ooit’ was weggelopen.
Als ik uit de maat was, tilde de blonde reus me even op.
Ze telde, één, twee, en zette me op de tel weer neer.
Bij dansen, moet de man leiden, maar in ons geval moest dat lijden zijn.
De eerste les zat erop.
Nog een drankje aan de bar.
Ik toog huiswaarts.
“En, hoe ging het?”
vroeg mijn prinses.
“Leuk” zei ik, “maar ik heb het gevoel dat ik bij de verkeerde cursus was.”
“Wat?” zegt ze.
“Ja, ik heb een uur in een bulldozer gereden.”
“Je gaat door he?” zei ze.
“Oké, het is jouw cadeau.”
Ik ben een muziek liefhebber, vooral wereldmuziek.
De salsa muziek kende ik allang, veel concerten heb ik gezien.
Meestal twintig mensen op het podium, meerdere zangers, grote blazers sessie.
Prachtig om te zien.
Mijn dansschool was een Caribische dansschool.
De teksten van de muziek zijn bijna altijd erotisch en dubbelzinnig.
“Moly moly” was zo’n lied.
Ik vroeg: “Wat is Moly?”
Een sappige, harige vrucht, was het antwoord.
Ik bleef mijn lessen volgen.
De merengue, één twee, één twee.
De Montuno, één twee drie, tik.
De salsa met het accent op de derde tel.
Ik speel al dertig jaar percussie, het ritmegevoel zat wel goed.
Het beeld, wat ik in de spiegels zag, bleef me storen.
De schonkige bewegingen van de Wezelse boerenzoon.
Toen we de basispasjes kenden, kwamen de variaties aan bod.
Vernuftige draaiingen, in en om elkaar.
Dat was wel een opgave met mijn reuzin.
Voor sommige rare draaien kregen wij dispensatie,
mochten we elkaar even los laten.
Op het eind van de cursus de afdans avond.
Om beurten moest je aangeleerde pasjes en variaties
aan een driekoppige jury laten zien.
Dat ging er serieus aan toe.
Houding, maatgevoel, variaties, alles moest je laten zien.
Je mocht een eigen danspartner kiezen om af te dansen.
Aha dacht ik, mijn prinses dus.
Ik zal ze eens een poepie laten ruiken.
Ik zei tegen haar: “jij leidt, ik volg.”
Voor mijn gevoel dansten we de sterren van de hemel.
Zenuwachtig wachtten we op de uitslag.
Na een half uur, kwam de jury plechtstatig aangeschreden.
Eén voor één werden de vonnissen voorgelezen.
Ik was geslaagd, dat wel.