Toen ik het gouden toetsenbord van Maria kreeg had ik niet meteen inspiratie. Uiteindelijk heb ik besloten een wandeling te beschrijven over een pad in mijn binnenwereld.
Het begon met een vrij simpele onschuldige ervaring. Eerst even de omstandigheden. Ruim 4 jaar geleden heb ik de ziekte van Lyme opgelopen in Zweden. Toen ik erg ziek werd, er negen ringen verschenen op mijn lichaam en de bloedtesten een zware lyme-infectie uitwezen, brak er een tijd aan van heftige vermoeidheid, spier-, hoofd- en zenuwpijnen. Een mist in mijn hoofd zo dik dat ik halverwege een zin niet meer wist waar deze over ging. Het ontwrichtte uiteraard mijn dagelijks leven; werken in onze chiropractiepraktijk ging niet, sociale aangelegenheden gingen niet, soms ging uit bed komen, lopen of praten zelfs niet. De enige personen die ik om me heen kon hebben waren mijn man en dochters, onze poets en de verpleegkundigen tijdens infuus-periodes. Ik ging 1x per week naar improvisatieles bij Hakoena en dan was mijn week vol. Best een dingetje voor iemand die gewend was aan veel energie. Mijn geluk was dat ik de grootste tijd in een waas leefde of sliep, en dat zodoende veel aan me voorbij ging.
Mijn ervaring stamt uit de tijd dat het een klein tikje beter ging en ik dat aangreep om ‘het grote herstel door te duwen’. Ik ging zodra het een heel klein beetje kon mijn dochters ophalen van school. Me niet bewust van de hoeveelheid prikkels die op je afkomen op zo’n schoolplein, stond ik mezelf daar te vermannen en het vol te houden. Uiteraard kwamen er lieve mensen op me af om te vragen hoe het ging. Mijn energiekaarsje was al aardig opgebrand toen weer iemand vroeg hoe het ging. Ik antwoordde eerlijk: ‘Nou nog niet geweldig, veel last en pijn en ik ben verschrikkelijk moe’. Waarop zij met de vrij onschuldige opmerking kwam: “Maar je moet het positief zien: je staat in ieder geval weer op school”. Op dat moment raakte ik een beetje geïrriteerd en ik heb vast tegengeprutteld, mezelf kennende, maar sindsdien heeft dat zinnetje me al veel uren irritatie, denkwerk en overweging bezorgd. Mijn eerste reactie, en die heeft heel lang geduurd, was boosheid; ‘Ga je me nou met dat zinnetje zeggen dat ik het positief moet zien, met andere woorden dat ik het niet positief zie, terwijl ik de positiviteit uit m’n tenen haal om hier op het schoolplein te staan?’ ‘Denk je nou werkelijk dat als ik het positief zie alles magisch oplost?’ ‘Wie vroeg er hier hoe het met me gaat? Mag ik dan een eerlijk antwoord geven of mag dat alleen als ik het met een positief sausje overgiet?’ De combinatie van boosheid en een gebrek aan energie is voor mijn brein een teken om te gaan malen en al malend een allergie kweken voor positiviteit. De positiviteit die ik zelf altijd had. Een positiviteit die me ook in de problemen bracht. Doordat ik alles zo positief zag, nam ik klachten en mezelf niet al te serieus, oh, dat komt goed, ik werk me er wel doorheen, kijk het gaat al weer beter. Om vervolgens meteen zevenmijlslaarzen aan te trekken en weer op m’n gat te belanden na een paar stappen. Of denken dat ik met positiviteit alles kan overwinnen, maar erachter komen dat daarmee het herstelproces niet te versnellen of onder controle te krijgen is. Positiviteit werkte heerlijk toen ik nog snelheid had. Het leverde energie op en ik kon van alles langs me heen laten glijden, ik deed het goed en ik trok allerlei goeds aan en ik ging ervanuit dat positiviteit daar de sleutel voor was. Toen het leven me dwong om vaart te minderen, probeerde ik steeds na een drempel weer op te trekken, waardoor ik over de volgende drempel heen stuiterde. Het heeft een hele tijd geduurd tot ik tot stilstand kwam en dat accepteerde. Ik moest een tijd stilstaan voor ik stopte met vechten. Een paar maanden nadat ik stopte met vechten accepteerde ik het advies van mijn arts in het Radboud om bepaalde medicijnen te gebruiken. Hiermee begon het herstel en voelde ik de kleine zachte duwtjes van positiviteit, van genieten dat het iets beter gaat, zonder de zware verwachting van de toekomst of het beeld van hoe het zou moeten gaan, hoe ik me zou moeten voelen. Deze positiviteit heeft niet veel met snelheid te maken, hoewel het wel versnelt. Ik merk dat ik op tijden nu zelfs durf te remmen zodat ik niet uit de bocht vlieg, althans niet op hoge snelheid. Ik ben wel blij met deze vorm van positiviteit.
Terug naar de positiviteit op het schoolplein. Uiteraard herken ik me volledig in de persoon die dat tegen me zei. Ik deed dat voorheen ook zo, het positieve zoeken en dat dan als een soort cadeau overhandigen. Van het gevoel dat dat cadeau door de strot geduwd wordt, had ik geen weet. Ik wist ook niet dat het onmogelijk is tegen een overdaad positiviteit in te gaan zonder dat het negatief en zeurend voelt. Tegen al die positiviteit is redelijkerwijs niks in te brengen en toch werd ik er niet positief van toen ik het onderging. Het voelde eerder als een positiviteitswals die over me heen reed en de lucht uit me perste. Als je op de wals zit heb je totaal niet door wat het effect is, weet ik uit eigen ervaring. Ik ben keihard over mijn arme schoonmoeder gewalst met positiviteit toen ze in een verzorgingstehuis kwam omdat het thuis niet meer ging. Ik haalde alle positieve dingen aan van haar nieuwe plek en dat waren er heel veel, och erm. Van tegensputteringen wilde ik niet horen.
Mijn lieve schoonmoeder zat veel te wijs in elkaar om mij toe te wensen dat ik een keer iets zou krijgen zodat ik aan de andere kant zou staan en zou voelen hoe het is als er over je heen gewalst word, maar ze zou volledig in haar recht hebben gestaan en velen met haar vrees ik. Er is een vorm van geluk te vinden in het met je neus op de feiten gedrukt worden. Ik kan de teek in Zweden daar eigenlijk alleen maar voor bedanken. Ik was zonder die teek blijven walsen vrees ik. Het proces is nog niet afgelopen. Hoe ik me positief kan voelen zonder het een ander te verplichten en me andersom niet verplicht hoef te voelen positief te zijn, zal in de loop van de tijd met vallen en opstaan wel duidelijk worden. Mijn lieve schoonmoeder kan het me helaas niet meer vertellen, maar ze zou me met liefde de ruimte geven om het uit te zoeken. Bless her.
Ik geef het gouden toetsenbord graag door aan Ton Huijnen
Rianne