Buurten zullen steeds meer met intensievere zorg leren omgaan. In die zin wordt de zorg en zelfs verpleeghuiszorg van ons allemaal. Een solidaire verantwoordelijkheid binnen een moderne samenleving. ZorgSaamWonen zal als nieuwe stip aan de horizon aan urgentie winnen.
Zorgbeleid is door de jaren heen steeds in beweging gebleken. Door mijn werk ben ik daar al meer dan 45 jaar intensief bij betrokken en ik heb grote transformaties meegemaakt. Op 19 januari 1982 liep ik op het Binnenhof mee achter een spandoek “Voor ouderen is de maat vol”. Het kabinet Van Agt II voerde de bezuinigingsronde “Bestek 81” door en ouderen voelden zich voor het eerst massaal en openlijk “kind van de rekening”. De term bestond toen nog niet, maar ik was een babyboomer geboren in de demografische golf na de oorlog. Een zelfbewuste generatie die geloofde in polderen en maakbaarheid van alles. Ooit zouden we zelf oud zijn en dan moest huisvesting en zorg totaal anders geregeld zijn. Geen kleine kamertjes zonder eigen sanitair in bejaardenhuizen en geen zalen met acht of meer bedden in verpleeghuizen.
Minister Brinkman (minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, van 4 november 1982 tot 7 november 1989) zette een duidelijke nieuwe stip aan de horizon; op basis van Bestek 81 en een andere visie op ouderenzorg, zou de bejaardenhuiszorg omgebogen gaan worden in de richting van “scheiden wonen en zorg”. Langer en zelfstandig thuis wonen (extramuralisering) werd de nieuwe norm. Staatssecretaris Terpstra boog later, waar gewenst en mogelijk, formele zorg om richting PGB (persoon gebonden budget). Staatssecretaris Van Rijn legde nog weer later met de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) de verantwoordelijkheid voor zorg nadrukkelijker ook bij gemeenten en buurten.
Generatie babyboom
Generatie babyboom beseft dat niet alles maakbaar en betaalbaar is. Ook een volgende generatie moet een pensioen kunnen opbouwen en met z’n allen moeten we meer investeren in het leefbaar houden van de aardbol. De geest van operatie Bestek 81 zal daarom noodzakelijk voortgezet moeten worden. Is dat erg?
Diverse generatiegenoten zijn al weggevallen; ver voor de gemiddelde leeftijd van verhuizing naar een woonzorgcomplex of verpleeghuis. Generatie babyboom begint de eerste ongemakken te krijgen. Namen en woorden komen iets trager uit het brein. Jongeren praten sneller en weten sneller de weg op smartphone en tablet. Generatie babyboom heeft nog twintig tot veertig jaar te gaan om alles uit het leven te halen. Geneugten, inzichten, wijsheden en polderen. En of we willen of niet, ook leren omgaan met dementeringsvragen van familie, kennissen, buren en misschien onszelf. Er valt voor senioren inmiddels veel te kiezen in volkshuisvestingsland.
Bejaardenhuizen werden na de oorlog gebouwd als alom geaccepteerde vorm van huisvesting. Na Bestek 81 zijn er tientallen nieuwe woonvarianten bijgekomen. Levensloopbestendig, woongroepen, woonverenigingen, gestippeld wonen, woonboerderijen van senioren, zorgboerderijen, buurgemeenschappen, buurtcoöperaties, zorgcoöperaties, mantelzorgwoningen, en zelfs de driegeneratiewoning is terug van weggeweest.
Omzien naar elkaar en vroegsignalering
Buurten zullen meer met intensieve zorg en dementie geconfronteerd worden. Immers de vergrijzing van de samenleving brengt met zich mee dat we die verschijnselen niet meer volledig aan mantelzorgers en de professionele zorg kunnen overlaten.
Te vaak raken mantelzorgers nu al overbelast. En professionele zorg kan niet meer voldoende verzorgenden aantrekken. Nu al is één op de zes banen in Nederland een baan in de zorg.
Zorgzame buurten kunnen een belangrijke rol vervullen bij vroegsignalering. Vereenzaming en dementie dienen zich namelijk meestal heel geleidelijk aan. Een zorgzame buurt kijkt hier niet van weg.
Meer inspiratie
Zorgzame buurten
Wederkerig Wonen
Wonen met Zorg
De stip aan de horizon van 2025 (VWS) bij gelegenheid van de opening van het “Woonlandschap de Leyhoeve” in Tilburg. Met daarin op bladzijde 76 mijn bijdrage waarop deze blog is gebaseerd.